
Margreet Woessner
Het thema inclusie loopt eigenlijk altijd al als een rode draad door mijn leven, realiseer ik me.
Ik vond de lagere- en middelbare school redelijk angstaanjagende plekken. Microsystemen waarin ik mij niet thuis voelde, niet helemaal mijzelf kon zijn. Ik groeide op in een echte volksbuurt, waar op straat en op de lagere school plat Amsterdams werd gesproken. Ik viel uit de toon met mijn Algemeen Beschaafd Nederlands en het gebruik van ‘dure’ woorden. Ik wílde er wel graag bij horen, deed mijn uiterste best. Maar het kostte veel energie om me anders voor te doen, om te conformeren. En ik zag met lede ogen aan hoe kinderen die daar niet in slaagden, gepest en buitengesloten werden. Thuis kon ik vluchten in het lezen van boeken.
Van mijn moeder kreeg ik mee dat je altijd op moet komen voor mensen die buitengesloten worden, die ‘anders’ zijn. Ook als dat ten koste gaat van je eigen positie in het systeem. Rechtvaardigheid voor alles. Zo was er een jongen op de middelbare school die nazisympathieën verkondigde. Hij werd met de nek aangekeken en niemand wilde naast hem zitten. Ik vond dat terecht. Maar mijn moeder bracht mij op andere gedachten. Zij vroeg mij naar hoe hij tot deze sympathieën was gekomen. Stimuleerde mij niet meteen te (ver)oordelen, maar met hem het gesprek aan te gaan. Naast hem te gaan zitten, ook al betekende dat hoon van de klas. Dus dat deed ik. Ze liet mij inzien dat je jezelf verrijkt met inzicht en veel meer bereikt met vriendelijkheid en een open mind. Zo leerde ik al jong open te staan voor anderen, te leren van verschillende perspectieven en de herkomst daarvan. En mensen met vriendelijkheid en respect te bewegen hun opvattingen te bevragen. Dat heeft wortel geschoten.
Zijn wie je bent
Ik merk nu dat in mijn werk dat alles daarin samenkomt. Ik probeer een open geest te hebben, niet te oordelen en te zoeken naar overeenkomsten. En ik voel me door mijn omgeving, zowel werk als privé, gezien en geliefd. Ik word aardig gevonden om wie ik ben. Dat ik dát gevoel, dat je waardevol bent, aan andere mensen door kan geven, dat is mijn ‘zin van het bestaan’. Dat ik in mijn werk voor Onbeperkte Denkers eraan kan bijdragen dat mensen gezien worden voor hun talent en kunnen zijn wie of wat ze willen zijn… dat maakt me oprecht gelukkig.
Kleine stapjes
Mijn grootste talenten zijn denk ik mijn enthousiasme en bevlogenheid. Ik krijg enorm veel energie van het werken aan inclusiviteit. Dat hoeven niet altijd grote stappen te zijn. Soms zijn kleine stapjes ook goed. En even een verschil maken door mensen aan het denken te zetten, is óók goed. Mijn hart gaat sneller kloppen als ik mensen eyeopeners zie ervaren. Inzichten krijgen, verhalen en ervaringen delen. Dan maak je met elkaar het verschil.
Dichter bij elkaar
Ik vond het zelf een eyeopener om te merken dat héél veel mensen zich anders dan anderen voelen. Ervaar het als een verrijking dat zij erover durven praten, zich kwetsbaar op durven te stellen en gevoelens delen. Het geeft enorm veel ruimte en rust als je jezelf kunt zijn, het brengt mensen dichter bij elkaar.
Toekomst
Wat zou het mooi zijn als Onbeperkte Denkers nóg meer een overkoepelende beweging wordt. Als het over organisaties heen gaat, in de haarvaten van onze systemen verandering kan brengen. Bijvoorbeeld door op scholen aandacht te vragen voor inclusiviteit en onbeperkt denken. Hoe mooi als we kinderen blijven stimuleren om in mogelijkheden te denken in plaats van in beperkingen? Het lijkt mij geweldig als onbeperkt denken een onderdeel wordt van Maatschappijleer of Filosofie.
Tekst: Corry Daalhof, Thuisintekst
Terug naar over ons