Werken met een bipolair brein

Werken en een bipolair zijn, is geen gemakkelijke combinatie, maar gelukkig zeker niet onmogelijk. Mr. Suzanne Vogel-Koelman is senior juridisch specialist. Zij vertelt wat werken met een bipolaire stoornis voor haar betekent en daarnaast deelt ze de tips die haar helpen ermee om te gaan.
“Ik maak geen geheim van mijn bipolaire stoornis. Ik kan goed uitleggen wat het betekent en wat het doet met mijn leven, privé en op mijn werk.” Suzanne vertelt dat haar bipolariteit ook wel bekend staat als manisch-depressief. “Bij veel stress of prikkels kan ik manisch worden; ik zweef dan bij wijze van spreken door de dag. Ik zit boordevol ideeën die ik metéén met mensen wil delen en ik laat anderen niet uitspreken. Dat manische voel ik wel aankomen. Het is lastig te stoppen want het voelt ook mooi! Het leven is dan in alle opzichten prachtig, ik voel me ‘verlicht’ en vol liefde voor alles en iedereen.” Na de manische periode kan er een psychose volgen en dat is erg ingrijpend. “Ik ben in die periode heel erg met het bovennatuurlijke bezig, slaap niet meer en ervaar dingen die er niet zijn. Het is zwaar voor mij, maar ook voor mijn naasten”. Eenmaal uit de psychose volgt vaak een depressie die lang kan duren. “Dan ervaar ik veel angst en verdriet.”
Professionaliteit
Haar naaste collega’s en leidinggevenden weten dat Suzanne een bipolaire stoornis heeft. “Gelukkig krijg ik altijd de kans om terug te komen na een episode waarin ik niet kan werken. Daar ben ik heel dankbaar voor. Als ik weer aan het werk ben, wordt mijn professionaliteit serieus genomen. In mijn werk ben ik specialist op het gebied van discriminatie, een prachtig onderwerp. Ik vind het van het grootste belang dat mensen die op de één of andere manier anders zijn dan de meerderheid, beschermd worden.”
Ontdekking
Suzanne gebruikt sinds vorig jaar nieuwe medicatie en die werkt voor haar heel goed. “Ik voel me krachtiger, de angst en onzekerheid zijn grotendeels verdwenen. Voor nu ben ik hier heel blij mee.” Suzanne deelt haar ervaringen in de hoop er anderen met dezelfde stoornis mee te helpen. “In de loop der jaren ontdekte ik natuurlijk wel wat ik beter wél of juist niet kan doen, wat ik beter kan vermijden. Zo maakte ik in november vorig jaar een signaleringsplan voor mezelf. Het was een hectische tijd met veel buitenlandse vliegreizen. In het plan met mogelijke signalen (in fases ‘groen-oranje-rood’) deelde ik met mijn collega’s wat zij aan mij zouden kunnen merken. Voor mijn collega’s werkte dat heel goed. Ik hoop dat anderen iets hebben aan mijn tips.”
Tips van Suzanne
1. Vermijd zoveel mogelijk stress. Zelf vind ik dit nog steeds moeilijk in een hectische politieke omgeving.
2. Beter één onderwerp/ding goed doen, dan een aantal dingen tegelijk minder goed. Door focus aan te brengen in mijn werk, blijft het stressniveau ook lager.
3. Zorg voor achtervang. Als het erg druk is of als je in een periode zit waarin je niet kun slapen, geeft het rust om achtervang te hebben.
4. Maak en deel een signaleringsplan. Dit geeft duidelijkheid voor je omgeving maar je leert ook bij jezelf beter signalen herkennen.
5. Houd vertrouwen in jezelf, je bent van belang in je werk. En door je energie en creativiteit heb je iets bijzonders te bieden binnen je vakgebied. Natuurlijk is het moeilijk om met deze beperking je loopbaan vorm te geven. Je kunt misschien niet al je ambities waarmaken. Maar werken is zo belangrijk en met deze ziekte kun je, buiten de episodes, echt goed meedoen.
6. Je kunt beter té open dan te gesloten zijn over je stoornis of neem in ieder geval een paar mensen in vertrouwen die weten wat er speelt en waar je je veilig bij voelt. In mijn werkomgeving heb ik, en dat is heel bijzonder, heel veel steun ontvangen en openheid ervaren. Dat zal niet altijd zo zijn. Maar met een geheim rondlopen veroorzaakt veel stress. Je kunt laten zien dat je als je anders bent, je niet minder waard bent.